![](https://static.wixstatic.com/media/e7ea64_eb2f2797c03e40d2964da1d8df1f73d4~mv2.jpeg/v1/fill/w_980,h_560,al_c,q_85,usm_0.66_1.00_0.01,enc_auto/e7ea64_eb2f2797c03e40d2964da1d8df1f73d4~mv2.jpeg)
Onze jongste van negen heeft vorig jaar het geheim van Sinterklaas ontdekt. Toen we na haar indringende vragen toegaven dat wij er inderdaad voor iets tussen zaten, lachte ze met fonkelende ogen. Ik denk dat ze fier was, misschien omdat ze zich vanaf nu tot de grote mensen kon rekenen. Misschien ook omdat ze iets ontrafeld had en er puzzelstukjes in elkaar vielen.
Groot was onze verbazing toen ze dit jaar bij de aankomst van de goedheilige man in Antwerpen zei dat ze graag terug naar vroeger wou, toen ze nog geloofde dat hij werkelijk over de daken reed en de pakjes bracht. Ze maakte een beweging met haar hand alsof ze haar geheugen wilde resetten. “Gewoon, omdat dat leuk was,” antwoordde ze op onze vraag naar meer uitleg. En daarmee was de kous af.
Haar reacties leken me eerst tegenstrijdig: hoe kan je nu eerst zo blij zijn om iets te weten en dan, als je nog een jaartje wijzer bent, de opgedane inzichten ongedaan willen maken? Wat leerde mijn dochter me hier over onze menselijke natuur? Wat is het precies in het verhaal van Sinterklaas dat kinderen blij maakt?
Er is natuurlijk het leuke speelgoed en al dat lekkere snoep, waarvan we (stiekem) meegenieten. Zowel groot als klein herkent ook het gevoel van enthousiasme bij het krijgen van een nieuwigheid.
Daarnaast speelt de Sint ook de rol van extern auditbureau. En wel eentje dat altijd met een positief rapport komt: “Er zijn geen stoute kinderen dit jaar.“ Het is een erkenning van de kinderen dat ze goed zijn, ook al doen ze soms wel eens iets fout. Ouders, juffen en meesters hebben gedurende het jaar heel wat commentaar op wat beter kan, maar kijk, een onaantastbare autoriteit trekt er een streep onder en zorgt voor erkenning. Het schouderklopje van de grote baas.
Toch is er ook nog iets anders, en ik vermoed dat dit wel eens het belangrijkste punt kan zijn waarom mijn dochter zo graag terug wil keren in de tijd. Sinterklaas roept het beeld op van een wereld waarin goedheid, vreugde, vrijgevigheid en warmte alom aanwezig zijn. Sinterklaas wordt niet ziek en gaat niet dood. Hij lijkt geen gebrek aan pakjes te hebben. Zijn snoepgoedfabriek draait probleemloos non-stop. En het is niet omdat de buurjongen iets krijgt dat het buurmeisje minder zal krijgen, want de Sint zorgt voor iedereen. Hij creëert een vertrouwensvolle sfeer en het vooruitzicht op blijvende goedheid. Opgroeiende kinderen merken dat er in de wereld kwalijke dingen gebeuren, en dat er daden gepleegd worden die andere mensen of henzelf pijn berokkenen. Het verhaal van Sinterklaas is dan een antwoord op het verlangen dat alles uiteindelijk goed zal komen.
Is dat kinderlijke verlangen zo vreemd voor ons, volwassenen? Wij maken ons zorgen en zuchten bij de zoveelste crisis, oorlog, humanitaire of ecologische rampspoed. Achter die zucht gaat echter een verlangen naar goedheid en gedeelde vreugde schuil. Het kind dat uitkijkt naar de Sint herinnert ons daaraan.
Tegenstrijdig was de dubbele reactie van mijn dochter dus allerminst. Ze was blij zelf iets ontdekt te hebben, wat haar intellectuele verlangen streelde. Tegelijk is ze ook ontgoocheld dat de Sint niet het ultieme antwoord biedt op haar diepste verlangen naar blijvende goedheid. Het mooie aan de sinterklaastraditie is dat kinderen kunnen ontdekken dat ze dat verlangen hebben. En zolang dat verlangen naar het goede er bij hen is, mogen we met z’n allen hoopvol zijn.
Comments